Tilburg: gevangenisregime en levensomstandigheden
30 juni 2011
De structurele overbevolking waarmee onze gevangenissen te kampen hebben, ligt aan de basis van het Verdrag, gesloten tussen België en Nederland, voor de huur van Tilburgse cellen om de Belgische gedetineerden in onder te brengen.
Een eerste overbrenging van 500 Belgische gedetineerden naar de penitentiaire instelling in Tilburg gebeurde in februari 2010. In maart 2011 kwamen daar nog eens 150 gevangenen bij.
Sinds de transfers naar Tilburg krijgt de Liga voor Mensenrechten op regelmatige basis klachten toegestuurd van overgebrachte gedetineerden en familieleden. De klachten handelen voornamelijk over de kwaliteit van het eten, het delen van een cel met 7 medegedetineerden, de afstand tot familie, het gedwongen karakter van de transfer, het gebrek aan activiteiten en een gebrek aan mogelijkheden om een reclassering uit te werken.
Naar aanleiding van deze klachten brachte de Liga voor Mensenrechten en de Ligue des Droits de l’Homme, met toestemming van minister van Justitie Stefaan De Clerck, een bezoek aan de gevangenis van Tilburg.
Ons verslag van het bezoek handelt over het Verdrag en de samenwerkingsovereenkomst, een rondleiding door de gebouwen, ontmoetingen met de gedetineerden en de mogelijkheid tot het stellen van vragen als ook het proeven van de middagmalen voor gedetineerden. We werpen een blik op het wettelijk kader van de samenwerking tussen België en Nederland en schetsen we de situatie aan de hand van cijfermateriaal. Er wordt ook dieper ingegaan op de klachten van gedetineerden.
De Liga voor Mensenrechten heeft sinds de overbrenging van gedetineerden naar Tilburg een aantal klachten ontvangen van gedetineerden. De ontevredenheid komt voort uit de slechte kwaliteit van het eten, de afstand van de gevangenis Tilburg van familie en de strakkere bezoekregeling, het gedwongen karakter van de overbrenging, de afwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap, met als gevolg een gebrek aan activiteiten en moeilijkheden om een reclasseringsplan uit te werken.
We hebben vastgesteld dat zowel de Nederlandse als de Belgische directie alles in het werk stellen om zoveel als mogelijk de gevolgen van een overbrenging naar Tilburg op te vangen. Ze leveren heel wat inspanningen om de gevangenis van Tilburg aan te passen aan de Belgische vereisten zoals vermeld in de basiswet. Zulke inspanningen kunnen echter de afwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap niet opvangen.
Na gesprekken met gedetineerden kan de Liga vaststellen dat klachten zoals de kwaliteit van de maaltijden, het samenzitten van medegedetineerden in cellen van 8, het gedwongen karakter van de overbrenging en de afstand van familie afhankelijk zijn van de gevangenis van herkomst van de gedetineerde.
Sommige gedetineerden vinden een cel met 8 een verbetering omdat er meer ruimte is dan in de cel die ze voorheen niet deelden of de monocel die ze voorheen deelden met medegedetineerden omwille van de overbevolking. Voor anderen is het delen van een cel een probleem, maar daar probeert de directie iets aan te verhelpen door het werken met wachtlijsten om een monocel te betrekken. De kwaliteit van het eten is een meer cultureel gebonden probleem. De leverancier van de maaltijden levert ook aan andere Nederlandse gevangenissen. De directie probeert het mogelijke te doen en laat gedetineerden de mogelijkheid om wekelijks zelf een eigen potje te koken. Gedetineerden waarvan de gevangenis van herkomst Vorst of Sint-Gillis is, zijn dan weer tevreden met een overbrenging.
Wat echter vaststaat, is dat de totale afwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap voor elke gedetineerde als problematisch wordt ervaren. Er is een gebrek aan activiteiten en de gedetineerden ondervinden moeilijkheden bij het uitwerken van een reclassering.
Dat de directie er alles aandoet door zoveel mogelijk in te gaan op uitgaansvergunningen, is positief, maar kan de afwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap helemaal niet opvangen.
De afwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap zorgt er ook voor er een beperkt aanbod is van opleiding, therapeutische programma’s en activiteiten. Veel gedetineerden klagen terecht over de onmogelijkheid zich bij te scholen via de opleidingen aangeboden door de Vlaamse instanties (VDAB), in een beperkt aanbod van activiteiten en een beperkt aanbod van therapeutische programma’s.
Dit jaar is het precies tien jaar geleden dat het Strategisch Plan werd ingevoerd. Volgens de vastgestelde principes moeten de verschillende voorzieningen van de Vlaamse Gemeenschap samenwerken om een degelijk aanbod te hebben aan hulpverlening, vorming, beroepsopleiding, sport en ontspanning opdat de gevangenistijd zinvol kan ingevuld worden en een volwaardige reïntegratie in de samenleving mogelijk wordt. Die achterliggende visie heeft betrekking op het feit dat de gedetineerde zijn fundamentele grondrechten dient te behouden niettegenstaande hij van zijn vrijheid is beroofd.
De Liga stelt vast dat overgebrachte gedetineerden naar Tilburg verstoken blijven van de inspanningen van de Vlaamse Gemeenschap en dus de grondrechten om van een goede hulpverlening, beroepsopleiding, sport en ontspanning te genieten niet ingevuld ziet.
Lees het hele verslag:
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.