Onwetendheid houdt ons veilig
09 mei 2014
Het blijft een fantastische leugen. En de schoonheid ligt niet eens in de inhoud van het verzinsel, maar in de vorm van de vertelling. Hoe ons elke dag wordt wijsgemaakt dat er over ons gewaakt wordt, dat ons leven verstoken blijft van perfectie door boosaardige krachten die bestreden kunnen worden als we alles van iedereen weten en niks in ruil krijgen. Of moeten we gerichte reclame soms als een zegen ontvangen? Er worden offers verwacht die zonder onze toestemming werden opgeëist. Maar het was beter zo, zeiden ze. “Kennis is misschien macht, maar onwetendheid houdt ons veilig.” En we lieten dit toe, want de belofte was zo schoon, het einddoel was een zorgeloos geborgen bestaan. Het zou allemaal de moeite waard zijn geweest.
En nu is het zover. We leven in post-privacy tijden. Maar de belofte is niet ingelost. Het enige wat rest, is de meest resistente vorm van wantrouwen, die van de staat jegens haar burgers. De pertinente overtuiging dat de vijand zich nog steeds schuilhoudt in ons mailboxen, onze telefoongesprekken, onze openbare ruimtes en onze huizen. Dat er geen andere keuze bestaat dan permanente verdenking. Dat dit ons enige mogelijke heden en toekomst is.
Dus hoe kan het een verrassing zijn als onze teleurstelling is getransformeerd in een weerspannigheid, in een onwil om brave burgers en ideale consumenten te blijven? Hoe kan onze woede onbegrijpelijk genoemd worden wanneer we decennialang hebben gehoord hoe politici net als ons zijn, maar zelf weigeren om net als ons alles openbaar te maken? Met als allergrootste geheim net de werkwijze van hoe geheimen ons ontfutseld worden en deze vaststelling is voorbij haar initiële ironie uitgegroeid tot een bewijs van hypocrisie.
Een nieuwe leugen kreeg vorm. Eerst werd er in naam van de ganse bevolking bestuurd. Zeiden ze. Daarna werd de stille meerderheid behoed voor de mondige minderheid, haar lawaai en eis tot inspraak in onevenredigheid met haar ledenaantal en legitimiteit. Haar beweegredenen enkel gestuurd door jaloezie, machtslust en verdorvenheid. Zeiden ze.
En nu spert dezelfde meerderheid haar mond open en zeggen ze dat deze tegen haarzelf beschermd moet worden. Ook al hebben machthebbers ons altijd gewezen op ons persoonlijke verantwoordelijkheid voor ons succes en ons falen. Of beter gezegd, de burger weet het best behalve in tijden van verzet.
Jarenlang werd er geschermd met het argument “Als men niks te verbergen heeft, dan heeft men niks te vrezen”, maar dat is de ergste leugen. Want het gaat niet over de vrijheid om iets te mogen verzwijgen, maar om elkaar in de ogen te kunnen kijken en elkaar onbevreesd te benaderen.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.